Het is ­­­woensdag 9 augustus 1944 als Elisabeth Everdina samen met haar man Leonardus Ham, opgepakt worden door de politie en in bewaring gesteld worden voor de S.P. Rotterdam (duitse sicherheitspolizei). onder leiding van Martin Johann Kohlen.
Bekend is dat de S.P. onder Kohlen niet echt zachtzinnig te werk ging. 

Hoe vreemd kan geschiedenis vorm krijgen.

Elisabeth Everdina Schipperheijn (1882-1970)
is de kleindochter van Joseph Schipperheijn.
Joseph is de broer van Simon Schipperheijn, de grootvader van onze Johanna Cornelia.

Elisabeth Everdina is getrouwd met Leonardus Ham (1880-1951) die als rijwielhersteller in Delft werkzaam was.
Leonardus moest tijdens zijn aanhouding een horloge met ketting en twee gulden en zestig cent en Elisabeth een hele gulden en een armbandhorloge ter bewaring afgeven.


Zes dagen later op 15 augustus 1944 worden beide echtlieden
overgebracht naar (kamp) Vught.

Na de invasie begin juni geeft
Berlijn het bevel: verdachte
gevangenen kunnen zonder
proces worden geëxecuteerd.
SS-ers schieten in zo’n drie
maanden tijd 329 mannen dood
op de fusilladeplaats buiten
het kamp. Duizenden andere
gevangenen worden vlak voor
de bevrijding op transport gesteld naar Duitsland. Velen vinden daar alsnog de dood.

Hoe dan ook, of Elisabeth en Leonardus daar in de laatste weken ter werk gesteld zijn voor de productie van verschillend oorlogsmateriaal in een van de werkplaatsen van het kamp, is niet met zekerheid te zeggen maar ze overleven het gelukkig wel.

Begin september 1944 zijn de laatste transporten. Bewakers gaan mee of slaan op de vlucht. En dan is het kamp ontruimd, op een paar honderd gijzelaars na. Ook zij worden al snel vrijgelaten. Als geallieerde soldaten het kamp bereiken, in oktober 1944, is het er stil en leeg.
bron: nmkamp Vught


bron: nationaal monument kamp vught
William Uyen
Na de oorlog