top
Spitsbergen
Brieven uit de periode 1932-1933
vanuit
10 juli 1932
                                     Spitsbergen    10 Juli 1932
              Liefste,
  
                     Eindelijk zijn we op
    de plaats van bestemming
    De bootreis met de   ΒЯТКА  verliep
    naar omstandigheden uitstekend.
    Het was net of je op een groot
    hobbelpaard zat.   Toch was de zee
    kalm.  Dat kwam omdat de  ΒЯТКА
    te e n  eerste  geen oceaanstomer
   is en ten tweede, was de lading
   niet van dien aard dat de boot
   z.g. vastlag.   Het was tenminste
   ’s morgens een raar ontwaken
   Ik klom uit de kooi en kon
   niet op mijn beenen blijven staan.


    ______________________________________________


   Wasschen ging met de Spaansche
   slag en scheeren ging helemaal
   niet.   Toen we op het bovendek
   kwamen hingen er een stel
   over de reling.  Eerst lachten we
   er om, maar toen we een paar
   appels hadden gegeten,  het was al
   10 uur, hingen wij er ook bij.
   Je weet niet wat je overkomt.
   We zijn vlug de eetsalon ingegaan
   en een flink portie roggebrood
   met spek in onze raap geslagen.
   Toen was het over.  Verder hebben
   we er geen last meer van gehad.
   Aan de zee zelf is niets te zien


    ______________________________________________

   Voor water, achter water en op zij
   water.
    Spitsbergen zelf is groot, ruim
   2x zoo groot als Nederland en
   niets dan bergen.   Toen we aan
   wal kwamen, werden we begroet
   door de inboorlingen n.l. een
   Noor met zijn vrouw en een Duitscher
   met zijn vrouw.  Die zijn hier al
   vier jaren achtereen en willen
   niet meer terug.  Ik wou dat ik
   jou ook maar had meegenomen.
   De zon scheen lekker, daarom
   trokken we de borstrok aan en
   nog een jas.  Als je goed gekleed

   ______________________________________________

   bent is het hier fijn.   Heerlijke
   lucht,  Zeemeeuwen,  witte zwa-
   luwen,  witte vinken en nog
   een heleboel wit.
   ’s avonds hebben we feest
   gevierd met de Russen.  We zijn
   nu geen Mijnheer of Herr. Maar
   we zijn nu allemaal “ Genossen “
   Eerst werden we toegesproken
   ( waar we niets van verstonden ) toen
   werd de Internationale gezongen.
   Daarna gingen we schranzen.
   Hierbij werd ruim Wodka gedron-
   ken.  Dat is Snaps en ruikt naar
   spiritus.  Je wordt er zo zat van
   als een kanon.
   _____________________________________________
   Het heele gavalletje was dan
   ook weldra in een vrolijke
   stemming.
   We slapen in barak B kamer 25,  
   hebben goede bedden en voldoende
   dek.   Kou behoeven we hier
   niet te lijden, want er zijn
   kolen genoeg.
   Ik ben erg benieuwd hoe
   jullie het allen maken.   Gezond
   en wel hopen we.   We weten van
   de vorige wereld niets af.   De
   Radiopost werkt nog niet.
   Hoe maken de visschen het.  Hier
   zijn ook visschen ;    Walvisschen en
                               dergelijke.

      _____________________________________________


   Ook hebben we nog een gramafoon.
   Die gaat prachtig,  precies een
   krolsche kat.
   Als soms iemand naar me
   informeerd,  doe dan de groeten maar.
   Als deze brief er soms eerder is dan
   de brief naar huis, doe dan de
   speciale  groeten van mij.
   Als ik uit de raam kijk,  kan
   ik de overkant van de baai zien.
   Als nevenstaand kaartje ziet
   het er ongeveer uit.
                           ( wordt vervolgd )
         Barut en Sjors
               je liefhebbende
                                Gerard









 
Gezicht op de overkant  gezien vauit de kamers
                 van  Barut   en  Sjors
Ze zijn en blijven genossen      Dag Mien
                             Janssen   bijgenaamd  Sjors